Geertje Visser: 't Kafka-bad
Het héle jaar was ik ermee bezig.
Rondjes rennen. Push ups. Spray tan. Brazilian Wax. Corrigerende badmode die de post partum pens tot Doutzen-formaat zou doen slinken en de voorgevel zou doen floreren als nimmer tevoren…
Alles natuurlijk om deze zomer nu eens niet als een ongetrainde, fluorescerend witte bakfietsmoeder maar als bronzen Barbie te kunnen flaneren langs de oevers van de Côte du Poule, de Poel-experience, Poelweelde, Amstelveen City Beach, Playa del Poel of hóe we het betonnen zwemparadijs in de Poel ook maar zouden gaan noemen.
Er was natuurlijk een hoop gemopper over in de gemeenschap. Over het openbare stadsstrand dat gaandeweg transformeerde in een grote betonnen bloembak waar tegen betaling door 25 mensen tegelijk in gebaad (voor zwemmen is het iets te klein) kan worden. En dat voor 750.000 euro. Geheel onterecht! Het is inmiddels namelijk 825.000 euro geworden. Een schijntje waar je heden ten dage nog niet eens drie Der Bogen voor koopt.
‘Mocht het bad
ooit open gaan,
dan noemen we het
’t Kafka-bad’
Ik zag het ook wel zitten, om in select gezelschap van betalende poelpoedelaars te kunnen neerkijken op het schorriemorrie op de oever, hopende op strenge huisregels in de bak zoals: A. Geen plastic krokodillen, B. Niet plassen in het zwembad en C. Niet gillen, bommetjes maken of een combinatie van die twee want dat spettert zo in je glas champagne.
Maar dat alles was voordat de Kleine Geniepige Modderkruiper opdook (voor diegenen die het natuurwater van de Poeloever missen: als die beesten in modder kruipen, kruipen ze vast ook in andere dingen). Er werd een bodemprocedure (dat lijkt een woordgrapje maar is bloedserieus) aangespannen want ook de modderkruiper was Fish Non Grata in ons champagnebad waarin modder immers in het geheel geen rol speelde. En zo werd door de rechter mijn hele winter van noeste fysieke arbeid in één keer ongeldig verklaard: de werkzaamheden werden stilgelegd.
Ik was al driftig Groen Links aan het mailen – zij zouden deze stillegging van verkwisting van mijn belastinggelden vást op hun geweten hebben – toen bleek dat er een vastgoedmeneer achter zat. Die zélf plannen had, of had gehad, op die oever – plannen waarin die hele Modderkruiper ongetwijfeld óók geen sleutelrol zou gaan spelen.
Mocht het bad ooit open gaan, dan noemen we het ’t Kafka-bad. Ga ik nu even chips eten, gewoon omdat het weer kan.
Geertje Visser